Angst bij de tandarts
Angst bij de tandarts
Bang zijn bij de tandarts is een vervelend en veel voorkomend probleem.
Ongeveer tachtig procent van de mensen is min of meer angstig bij de tandarts, vijf tot zeven procent is heel erg bang.
Mensen met extreme angst durven soms helemaal niet meer naar de tandarts te gaan. Dit is jammer omdat er met een goede preventie veel nare problemen kunnen worden voorkomen. Met de halfjaarlijkse controle kunnen we eventuele gebitsproblemen vroegtijdig detecteren en vaak met een kleine ingreep verhelpen.
Tips om angst al vroeg te voorkomen:
- Angstpreventie begint in de kinderleeftijd. Neem uw kind op jonge leeftijd mee naar de tandarts, hoe eerder uw kind went aan de tandarts, hoe kleiner de kans is dat er later angst ontstaat.
- Voor jonge kinderen is het goed als één van de ouders tijdens de controle of behandeling aanwezig is. Oudere kinderen kunnen proberen het zelf te doen. Daardoor krijgen ze meer zelfvertrouwen!
- Blijft u er als ouder bij, laat dan zoveel mogelijk over aan de tandarts. Doe geen valse beloftes, zoals: “Je voelt absoluut niks”. Als het dan tòch pijn doet, gaat dit ten koste van het vertrouwen in de behandelaar.
- Er is niets op tegen uw kind te belonen als het zich flink houdt. Een klein presentje, laat uw kind wat langer opblijven of verzin iets anders leuks.
Tips voor mensen met angst die wel durven:
- Het is belangrijk te realiseren dat de tandheelkundige techniek de laatste jaren sterk is gevorderd. De spookverhalen uit de jeugd zijn allang verleden tijd. In principe kunnen de meeste behandelingen vrijwel pijnloos worden uitgevoerd.
- Wat ook de oorzaak van uw angst is, belangrijk is dat er een sfeer van wederzijds vertrouwen is tussen u en uw tandarts.
- Als u bang bent een behandeling te ondergaan praat er dan over met uw tandarts. Hij is er dan op voorbereid en kan eventueel extra tijd voor u nemen.
- Laat u informeren over het soort behandelingen dat u te wachten staat, over wat er gaat gebeuren en waarom.
- Iedereen heeft behoefte aan controle. Spreek daarom met de tandarts een teken af, zoals het opsteken van uw hand, waarop de tandarts de behandeling kan onderbreken. Zo heeft u het gevoel dat u iets van de behandeling in eigen hand houdt.
- Probeer eens of u baat heeft bij ontspannings- of ademhalingsoefeningen.
- Afleiding kan ook goed helpen, u kunt bij ons bijvoorbeeld tv kijken tijdens de behandeling.
Tips voor mensen met angst die niet durven:
- Praat er met anderen over. Zij kunnen je ondersteunen bij een belangrijke stap: het begin van de restauratie van uw gebit en het einde van uw ellende.
- Maak een afspraak voor een controle van het gebit, tijdens de controle wordt er alleen maar gekeken en worden er eventueel foto’s van uw gebit gemaakt. De eerste keer is ook met name om kennis te maken en te onderzoeken of het persoonlijk klikt.
- Zit de angst te diep neem dan uw huisarts in vertrouwen en laat u doorverwijzen naar een ‘angsttandarts’ of een centrum voor bijzondere tandheelkundige hulp. Er zijn in Nederland zo’n 50 tandartsen die zich in het behandelen van mensen met extreme angst hebben gespecialiseerd.
Wat je zelf kunt doen om minder angstig te zijn:
- Vertel je tandarts dat je angstig bent en wanneer dat is begonnen. De tandarts is bekend met dergelijke problemen en kan veel doen om je wat minder angstig te laten zijn.
- Als het niet klikt tussen jou en de tandarts, spreek daar met je tandarts over.
- Als je een ontspannend of kalmerend middel wilt nemen, bespreek dat dan met je tandarts
Als de tandarts iets moet doen wat pijnlijk kan zijn, zal hij in de meeste gevallen eerst voorstellen om te verdoven. Voel je na de verdoving toch nog pijn, zeg dat dan meteen. De tandarts kan dan nog extra bij verdoven. Als de verdoving eenmaal werkt, voelt je wang of lip vaak dik aan en heb je het gevoel dat je moeilijker kunt praten en eten of drinken. Dit gevoel verdwijnt weer nadat de verdoving is uitgewerkt, meestal één of enkele uren na de behandeling. De tandarts kan de plek waar de verdoving gegeven wordt van te voren iets minder gevoelig maken met een zalfje.